MADAGASCAR

Het Rode Eiland

AndersdanAnders

home

fotos

Dag 1. Zondag 12/10 Brussel – Parijs - Antananarivo

Madagaskar. Eiland in de Indische Oceaan ter hoogte van Mozambique, het vierde grootste eiland ter wereld, 20 keer groter dan Belgie. Na het opbreken van het supercontinent Gondwana , splitste het zich, 88 miljoen jaar geleden, af van India en, geïsoleerd als het was, kon er zich een unieke fauna en flora ontwikkelen, 90% van de fauna en 80% van de flora is endemisch en komt nergens anders voor. Dat eiland gaan wij bezoeken.
   We vliegen met Air Madagaskar vanuit Parijs naar de hoofdstad Antananarivo. “Mora, mora“ of “Rustig aan“ is het nationaal devies en Air Madagaskar neemt dat met brio over want de vlucht uit Parijs heeft 5 uur vertraging.

Dag 2. Maandag 13/10 – Antananarivo.

We landen rond 10h, wat later dan gepland, en het uitzicht van uit de lucht op het eiland maakt snel duidelijk waarom men dit het“Rode Eiland“ noemt. Het ligt ei zo na in dezelfde tijdzone als België met slechts een uur verschil, en van jetlag is geen sprake. Antananarivo ligt op een goeie 1280m zeehoogte en het is er een aangename 21°. Immigratie verloopt tergend traag en het duurt wat voor iedereen begroet kan worden door Alain die voor AdA ons de volgende weken doorheen dit land zal gidsen. We rijden naar ons hotel in het centrum en daar moet je tijd voor nemen want verkeer en chaos zijn hier synoniem met tientallen minibusjes die het openbaar vervoer moeten voorstellen en die om de haverklap stoppen om passagiers te lossen of te laden. Na de lunch maken we een korte city trip, rijden naar het hoogste punt voor een panorama over de stad, stoppen aan het Anosy meer waar de Jakarandas mooi in bloei staan en slurpen een drankje aan het voormalige treinstation. Alain vertelt ons onderhoudend over het land en zijn bevolking die naar normale economische standaarden in relatieve welvaart zouden kunnen leven, ware het niet dat haar politieke elite die welvaart liever op de eigen bankrekening ziet verschijnen en het gros van de bevolking verpaupert in de steek laat.

Dag 3. Dinsdag 14/10 – Antananarivo – Diego Suarez.

We vliegen met Air Madagaskar naar Diego Suarez, en hun vluchten zijn niet altijd vertraagd, ze vervroegen die soms ook wel plots zoals vandaag. Air Madagaskar houdt zijn passagiers graag alert. De vlucht is kort. We landen op de piepkleine luchthaven en we worden daar opgewacht door vijf comfortabele 4x4 landcruisers.
   Diego Suarez of Antsiranana werd wellicht genoemd naar Diogo Dias en Admiraal Suarez, Portugese zeevaarders die er voet aan wal zetten. De Fransen waren er een tijdje de baas en hadden er een marinebasis tot in 1973. De kleurrijke huizen in de stad ademen nog altijd een restje van de oude koloniale grandeur uit en het is er een heel pak rustiger en aangenamer dan in de hoofdstad. We wandelen door de hoofdstraat, bewonderen de baai van Antsiranana en we bezoeken de markt met veel couleur locale en glimlachende mensen. Om te beletten dat in 1942 Vichy France de diepzeehaven in handen van de Japanners zou spelen, viel er een Brits expeditie leger binnen en bezette het. Goed onderhouden Britse oorlogskerkhoven en veel minder goed onderhouden Franse kerkhoven herinneren aan die dagen. We stoppen nog eventjes voor een foto van het heilige eilandje Pain de Sucre en duiken dan in een kleine bar voor een drankje bij de locals met een blèrende TV en met de lokale rum. Een zonsondergang vervolledigt de dag.

Dag 4. Woensdag 15/10 – Diego Suarez – Ambergebergte

We gaan wandelen in het Nationaal Park van het Ambergebergte om en rond de 1000m zeehoogte in primair en secundair regenwoud, een wandeling met hier en daar nogal wat hoogteverschillen tot 100m op bospaden waar knoestige wortels een grillig patroon vormen. De reisfolders spreken van heel wat lemuursoorten en talloze vogelsoorten die op onze ontdekking wachten. Onder begeleiding van een paar lokale gidsen die schijnbaar uitgerust zijn met speciale oren en ogen beginnen we onze ontdekkingstocht doorheen dit prachtig woud. Niet alleen een verrekijker komt van pas, ook een vergrootglas want deze knapen vinden onder de bladeren de kleinste diertjes gaande van een miniatuur kikker tot kameleons. Alle goede zorgen ten spijt blijft de dierenoogst eerder beperkt. Maar de wandeling doorheen deze groene natuur is er niet minder mooi op. We eindigen aan de Waterval van Antomboka (Grande Cascade) die een beetje wacht op regens en veel meer water om haar naam eer aan te doen.
   De lunch is in een klein lokaal restaurant “Chez Mama Be“ waar een eenvoudige maar lekkere maaltijd wordt geserveerd. Goddank dat de Fransen hier hun stempel drukten op de eetcultuur en niet de Engelsen.
   We stoppen en wandelen door het dorpje Joffreville, ook hier getuigen de vervallen koloniale woningen van een tijd waarin de Franse beau monde hier het goede weer uitmaakte. Met de smartphone wordt het menu besteld in het restaurant waar we vanavond zullen dineren maar voordien pikken we nog een terrasje mee voor het aperitief en wordt er druk gemarchandeerd met diverse straatventers die vanille stokjes verkopen.

Dag 5. Donderdag 16/10 – Diego Suarez – De Rode Tsinghy van Irodo

Vandaag bezoeken we een ander meesterwerkje van moeder Natuur dat met de (onfortuinlijke) hulp van de mens is tot stand gekomen, de rode Tsinghy van irodo. Door de ontbossing en de invloed van regen en wind ontstonden grillige vormen in de rode zandstenen ondergrond die vrij kwam. Jammer maar helaas is het geen blijvend fenomeen want erosie zal alles verder blijven afbreken. Maar vandaag staat het er nog en genieten we er van want het is inderdaad prachtig. De weg er heen is helemaal 4x4 terrein en die fun krijgen we er gratis bij. Ook de asfalt wegen zijn meestal eerder symbolisch en wordt er druk geslalomd tussen de vele putten die er in liggen. We rijden langs eenvoudige dorpjes waar in de rivier de was wordt gedaan en kinderen blij zijn met een ballon.
   Lunch is weer in een klein, eenvoudig restaurant, “Chez Violette“, waar ze een maaltijd serveren waar je duimen en vingers (letterlijk) aflikt, met een dessert van vers geplukte mango’s en bananen.
   We moeten dezelfde weg terug maar dat is alles behalve vervelend want het landschap en de mensen die langs de baan wandelen zorgen voor heel wat afwisseling.
   We hebben afspraak in hetzelfde restaurant van gisteren voor het volgende eetfestijn.

Dag 6. Vrijdag 17/10 – Diego Suarez – Nosy Be

We trekken vandaag naar de oostkust naar het vissersdorpje Ramena voor een wandeling langsheen de “côte sauvage“. We stoppen voor foto’s van de lokale suarez baobab boom, die endemisch is in Madagaskar. En dan maken we een omweg doorheen dicht kreupelhout naar een buitengewoon, reuzengroot exemplaar dat zich uitstekend leent voor een originele groepsfoto. De wandeling langs de kust, 6km, loopt langs drie prachtige baaien, die, hoe kan het ook anders, “les 3 baies“ noemen. Heel knap! Hagelwitte stranden wisselen af met messcherpe lava velden, bewijs van het vulkanisch verleden, en dat alles met een turkoois blauwe zee op de achtergrond.
   We rijden voor de lunch weer naar een lokaal restaurantje “Chez Grand Mère Jeanette“. We nemen er afscheid van onze 4x4 chauffeurs die ons naar de luchthaven voeren voor de korte vlucht naar Nosy Be.

Dag 7. Zaterdag 18/10 – Nosy Be

Ons hotel ligt vlak aan het strand in een geweldige bloementuin. In de jachthaven ligt onze zeilboot te wachten om ons naar het eilandje Nosy Tanikely te brengen, zoals het hoort, onder zeil. Prachtig eiland overigens, helemaal zoals de vakantiefolders het graag zien met witte stranden, blauwe zee, kabbelende witte golven en bomen die voor de nodige schaduw zorgen. Er is snorkelmateriaal voorhanden voor de liefhebbers om tussen het koraalrif voor de kust op zoek te gaan naar het aanwezige leven onder water.
   Langs een trapweg wandelen we naar boven naar de vuurtoren en worden begroet onderweg door lemuren die blijkbaar mensen gewoon zijn en nieuwsgierig dichtbij komen. Schitterend uitzicht over het eiland van op de vuurtoren die niet meer in gebruik is. We gaan terug aan boord waar voor ons een koningsmaaltijd is klaar gemaakt en daarna wordt weer koers gezet naar Nosy Be.

Dag 8. Zondag 19/10 – Nosy Be

Vandaag varen we naar een ander eilandje, Nosy Iranja, niet met een zeilboot maar met een speedboat die van op het strand voor het hotel vertrekt. Iedereen zoekt een min of meer geschikt plaatsje voor de tocht van meer dan 2 uur met brullende motoren en veel water spray. Plots geplets rondom ons en meeuwen die in groten getale boven het wateroppervlak scheren verraadt enige vorm van activiteit onder water maar behoudens een donkere schim die langszij flitst is er niet veel te zien. Een uurtje later varen we voorbij een eenzame rots waar in betere tijden massaal veel vogels broeden en rondtoeren maar vandaag is het er heel stil. We zetten onze tocht voort en dan krijgen we zicht op het idyllische eilandje dat bestaat uit twee, door een zandbank van 1.2km met mekaar verbonden delen. Bij lage tij kan je makkelijk van het ene naar het andere eilandje lopen. De eilanden zijn een broedplaats voor 2 soorten schildpadden maar om die te zien moeten we allicht eens terugkomen.
   Er is een klein vissersdorpje maar de souvenirstalletjes verraden dat de toeristen in belangrijke mate mee zorgen voor het brood op de plank.
   Een poging om van het ene naar het andere eilandje te lopen strand in het opkomend tij. Dan maar naar de lookout point, de vuurtoren die naar het schijnt door Mr Eiffel himself zou zijn ontworpen. Fantastisch uitzicht over de twee eilandjes en de zandbank.
   Ondertussen is onze lunch van langoustines en vis klaar en iedereen schuift gretig aan. Nog wat genieten van de zon en het eiland en dan keren we terug naar ons hotel in Nosy Be, goed op tijd voor de zonsondergang en een uurtje muziek voor ons gezelschap aan het zwembad door een combo.

Dag 9. Maandag 20/10 – Nosy be – Antananarivo

Vandaag vliegen we terug naar Antananarivo, maar eerst maken we nog een rondrit op het eiland. We rijden naar het hoogste punt, Mont Passot 326m. Magnifiek panorama over het eiland en de verschillende vulkanische meren die door de lokale bevolking ”fady” of taboe worden beschouwd. We hebben een afspraak in een grote ylang ylang plantage, een boom die heerlijk ruikende bloemen produceert en waaruit een etherische olie wordt gedistilleerd die in dure parfums wordt verwerkt. We krijgen een vakkundige rondleiding door een plaatselijke gids die ons wegwijs probeert te maken in de ontelbare planten met hun medicinale eigenschappen. Heel belangrijk in een land waar de lokale bevolking moet terugvallen op traditionele kruiden door het ontbreken van enige vorm van medische gezondheidszorg.
   En dan gaan we richting luchthaven voor onze Air Madagascar vlucht naar Antananarivo. Helemaal volgens de traditie is die flink te laat en als we uiteindelijk op onze bestemming arriveren blijkt dat van de 17 koffers die ons groepje rijk is, er 10 in Nosy Be achterbleven. Shit happens. Je moet er bijna bewondering voor hebben, hoe je op een kleine luchthaven waar één vliegtuig land en even later terug opstijgt, 10 koffers kunt vergeten te laden. Sommige onfortuinlijke reizigers zullen het de volgende dagen moeten zien te rooien met de kleren die ze aan of bij hebben.

Dag 10. Dinsdag 21/10 – Antananarivo – Andasibe.

Er is geen kans dat we de achtergebleven bagage vandaag te zien krijgen. Die arriveert hoogstens vanavond in de luchthaven van Antananarivo en dan zijn wij in Andasibe, 150km verder, en zover reikt de service van Air Madagaskar niet. Niet getreurd, we maken er het beste van en we genieten van de landschappen en de dorpjes waar we doorrijden. We hebben de 4x4’s ingeruild voor een busje met een sympathieke chauffeur.
   We zitten op het hoogplateau iets boven 1300m waar op de vruchtbare grond rijst en maniok wordt verbouwd. Op de droge rijstvelden wordt van de klei bakstenen gemaakt in afwachting van de regens om weer rijst te planten.
   We bezoeken een kleine farm waar in een natuurlijke omgeving diverse kameleons en gekko’s gehouden worden. Ideaal voor goed geslaagde close up foto’s.
   We arriveren aan onze jungle lodge, checken in en rijden dan naar het lemureneiland. De maki’s (of lemuren) zijn hier helemaal niet mensenschuw en dat geeft aanleiding tot hilarische situaties en foto’s want de diertjes gebruiken de mensen zoals ze takken of bomen gebruiken om van het een naar het ander te springen.
   Er is een avondwandeling gepland, maar wat een ontdekkingstocht naar nachtdieren moet worden, verzuipt in een pletsende regenbui met klank en lichtspel. Het “regenwoud“ weetuwel. Kloddernat maar in high spirits maken we onze entree voor het diner.

Dag 11. Woensdag 22/10 – Andasibe

We gaan wandelen in het Nationaal park van Andasibe op zoek naar de Indri Indri, het grootste exemplaar van de lemuren. Reeds van ver horen we z’n territoriale kreet. Gedurende een kleine 3uur wandelen we kris kras door het woud, onder de kunstige leiding van een ranger die ons honderduit verteld over de bomen, de planten en de dieren die er hun thuis hebben en uiteindelijk vinden we een groep Indri Indri met kleintjes, hoog in de bomen.
   Lunch is in een plaatselijk restaurant en dan bezoeken we een schooltje dat gesponsord wordt door AndersdanAnders. Waar ze geen gebrek aan hebben in Madagaskar is kinderen, in alle groottes en iedere ouderdom. Bij elke fotostop komen ze als uit de grond gekropen en van heinde en verre aangelopen. Jammer voor hen worden vele schooltjes gesloten omdat de leraars door de regering niet meer betaald worden.
   Een nieuwe avondwandeling wordt afgevoerd wegens geen deelnemers. De regenbui van gisteren heeft sporen nagelaten.
   Liefhebbers kunnen nog een bezoekje brengen aan het lemureneiland of een wandeling maken in de tropische tuin van de lodge. Onweer dreigt opnieuw maar blijft uiteindelijk toch uit.

Dag 12. Donderdag 23/10 – Andasibe – Antsirabe

De achtergebleven bagage wacht op ons in het vorig hotel in Antananarivo, die gaan we daar eerst oppikken en dan zetten we koers naar het zuiden via de RN7. We rijden van fotostop naar fotostop. De landschappen van het hoogplateau en het Ankaratra gebergte zijn prachtig en mensen zijn druk bezig op hun velden. Aan een kleine waterval staan verschillende kraampjes langs de baan waar leuke dingetjes in raffia worden aangeboden.
   Er wordt gestopt voor de lunch in een restaurant met als specialiteit foie gras.
   In Ambatolampy wordt aluminium gerecycleerd tot kookpotten. Blootsvoets en gekleed in lompen, zonder enige vorm van beschermende kledij wordt het metaal gesmolten op open vuurtjes van houtskool en wordt het vloeibare metaal in vormen gegoten. Gevaarlijk en ongezond maar naar verluidt is dit een gewilde job. Voor de verwende westerling een les in nederigheid.

Dag 13. Vrijdag 24/10 – Antsirabe

We trekken met ons busje het platteland in. De zeboe of het bultrund is hier het trekdier bij uitstek, en de zeboe kar het aangepaste vervoermiddel. In een dorpje krijgen we een beeld hoe die karren op zeer ambachtelijke wijze en met eenvoudige middelen, hamer en zaag, gebouwd worden. Het atelier is gewoon buiten op het erf. Van boom tot kar duurt het een drietal maanden maar ze gaan wellicht een leven lang mee.
   We wandelen naar een uitzichtpunt op het blauwe Tritriva kratermeer. Fraai uitzicht. We worden omringd door meisjes en jongens die met de vriendelijkheid van een labrabor en met de hardnekkigheid van een foxterrier sierstenen aanbieden tot je uiteindelijk toch toehapt.
   We lunchen in de stad en bezoeken er daarna nog een paar lokale ateliers. Bij Mr Mamy maken ze miniatuur autootjes en miniatuur fietsen die verkocht worden in wereldwinkels. Het leuke en het originele is dat ze volledig uit overschotjes en recyclage materiaal van blikjes gemaakt worden. In een naburig atelier worden de horens van de zeboe verwerkt tot mooie spulletjes en dan gaan we naar Chez Marcel Artisan Confiseur waar ze op grootmoeders wijze bonbons maken.
   We eindigen in de tuin van Hotel des Thermes waar we aperitieven in afwachting van het diner bij Jenny.

Dag 14. Zaterdag 25/10 – Antisirabe – Fianarantsoa

We hebben wat afstand af te leggen vandaag, 250km en de staat van de RN7 is van die aard dat er heel wat tijd moet voor uitgetrokken worden. We zitten nog altijd op het hoogplateau rond de 1400m en we komen nu in het woongebied van een andere stam de Betsileo die zich van de andere onderscheiden door hun terrassen bouw. Het landschap blijft onveranderlijk mooi en de mensen die langs de baan lopen en de dorpjes waar we doorrijden zorgen voor de kleurrijke noot. In het dorpje Ambositra brengen we bezoekje aan een houtsnijwerk atelier, bestellen onze lunch in een klein restaurant en bezoeken dan de markt, altijd een bont spektakel.
   De vergezichten blijven verbazen. De heuvels en valleien met de vele terrassen vormen een prachtig decor.
   We stoppen nog eens aan een “air de repos“ die duidelijk betere tijden gekend heeft maar met een geweldig uitzicht en rijden dan door naar onze hotel in Fianarantsoa.

Dag 15. Zondag 26/10 – Fianarantsoa – Ranohira

Het is zondag en mensen gaan in hun beste kleren naar de kerk, en die zitten hier nog altijd afgeladen vol.
   In het dorpje Ambalavao bestellen we voor deze middag een eenvoudige picknick en we brengen een bezoek aan een atelier waar men met bloemen versierd papier maakt van de lokale moerbeiboom. Heel decoratief, heel origineel.
   Er is een markt en daar lopen we natuurlijk ook eens door, voor we doorrijden naar een reservaat waar ringstaartmaki’s verblijven. Die hebben kleintjes deze tijd van het jaar en we vinden er een troep in de bomen, maar die zich, tot groot jolijt van alle fotografen, op de begane grond te goed komt doen aan de bessen die daar liggen.
   Na de picknick rijden we verder en komen we in het gebied van de Bara stam, herders met grote kuddes zeboes . Een boomloos landschap met eindeloze grasvlaktes waarop kuddes grazen. En zo arriveren we in het Massief van Isalo en onze bestemming voor vandaag.

Dag 16. Maandag 27/10 – Ranohira – isalo National park

Het gebied wordt niet zonder reden het Colorado van Madagaskar genoemd. Grillige rotsformaties van het Isalomassief dat zich van noord naar zuid uitstrekt over een afstand van 100km met diepe kloven en steile pieken. We vissen een lokale gids op die ons over een tof circuit van een 3-tal km naar la Piscine Naturelle voert. Behoudens een kleine schorpioen is er niet veel dierenleven maar de omgeving is machtig mooi.
   Er is een picknick plaats waar het team van de gids een warme maaltijd voor ons heeft klaargemaakt en dan keren we op onze schreden terug, weliswaar langs dezelfde weg maar die er toch helemaal anders uitziet.
   Niet ver van ons hotel is er een manège en ik kies er voor om nog een uurtje te paard de omgeving te verkennen. Voor alle ruiters een aanrader. Rond de klok van 5 vertrekken we naar wat ze hier La Fenêtre noemen, een opening in een rotswand om van daaruit dezonsondergang te gaan bekijken en te fotograferen natuurlijk.
   Voor we aanschuiven voor het diner krijgen we van het personeel van de lodge nog een leuke zang en dans voorstelling.

Dag 17. Dinsdag 28/10 – Isalo – Zombitse Vohibasia NP – Tulear – Antananarivo

We rijden naar Tulear in zuid-westelijke richting. Hier werd safier gevonden en het dorpje Ilakaka wordt het safierendorpje genoemd. We stoppen er niet want we hebben afspraak met een lokale gids in het Zombitse Vohibasia Nationaal Park een natuurgebied van 360km². Ook nu weer worden we gewezen op de vele soorten medicinale planten. De orchideeën staan dan wel niet in bloei, ze zijn er wel en de grote Baobab bomen stelen de show. We hebben geluk met de observatie van een dwergmuismaki, normaal een nachtdier, en de gids vind ook een groep verreaux sifaka’s hoog in de bomen.
   Op de picknick plaats in het park spreken we de picknick aan die het hotel voor ons klaarmaakte en dan rijden we in een ruk door naar de luchthaven van Tulear voor onze binnenlandse vlucht naar Antanarivo. En zie, het wonder geschiedt, Air Madagaskar is mooi op tijd en na een vlucht van een uurtje landen we mét bagage in de hoofdstad.
   We hebben nog een avondmaal te goed en een korte nachtrust want onze vlucht naar Parijs is morgen al om 7uur, en ook die zal op tijd vertrekken.

Daarmee zit onze ontdekkingstocht van Madagaskar er op, een mooie reis in een mooi land met een over het algemeen vriendelijke bevolking die beter verdient dan de corrupte elite die haar schaamteloos uitbuit.